Wim Oskam (Amsterdam, 16 augustus 1954)
Na een aantal jaren psychologiestudie in Utrecht en enkele jaren docentschap taalexpressie, heb ik me als autodidact verder ontwikkeld tot fotograaf. In diverse bladen en tijdschriften in de zorgsector is m'n werk gepubliceerd. En daarnaast ook in het Filosofie Magazine en in diverse Odyssee-reisgidsen.
Sinds 1991 ben ik aangesloten bij het fotobureau Hollandse Hoogte.
Een belangrijk onderdeel van mijn werk (en bestaan) is het maken van reizen en reisimpressies, waarbij ik me beperk tot Europa. Dat is voor mij al avontuurlijk genoeg, en bovendien ervaar ik de realiteit van al die verschillende landen binnen Europa als zeer inspirerend, telkens opnieuw. Daarbij komt dat ik niet wil vliegen. Ik verplaats mezelf het liefst over de weg, per spoor, of met een schip. Onderweg zijn is het doel. En dit kan mij niet lang genoeg duren.
Volgen nu nog een paar (bewerkte) fragmenten uit een interview, in 2007 gemaakt door een student voor zijn opleiding aan de filmacademie.
Ik heb er altijd een hekel aan gehad wanneer mensen beweren dat je je als fotograaf verschuilt achter een camera. Ik begrijp wel wat ze bedoelen en wat er mee uitgedrukt wil worden, maar het is gewoon niet de waarheid.
Bij de meeste mensen moet je je als fotograaf HELEMAAL geven, opdat er iets verschijnt in het gezicht van de geportretteerde wat de uiteindelijke foto krachtig maakt..... of, wat de uiteindelijke foto rechtvaardigt, zo moet ik het denk ik zeggen.
Het is de interactie (en de aandacht) die het eigene van de ander oproept bij het maken van een portret.
De kwestie is niet of iemand wel of niet fotogeniek is, nee, het gaat veel meer om het vinden en opwekken van fotogenieke momenten, en die heeft iedereen.
'Een mens wordt mens in het aangezicht van een ander.' (Emmanuel Levinas)
Maar wat voor het portretteren geldt, is evenzeer waar voor het maken van andere foto's. Altijd heb je je te verhouden tot het onderwerp, en dien je je er (tijdelijk) mee te verbinden.
En het is nooit makkelijk, vind ik. Bijna elke geslaagde foto ontstaat pas na een heel onderzoek. Natuurlijk is er routine, maar die kan ook lelijk in de weg zitten. Telkens weer heb je uit te vinden wát de kracht van de beeldtaal bepaalt, hier in deze situatie, en hoe die op dit moment bepaald wordt.
Oppervlakkig naar iets kijken kan een fotograaf niet (meer). En dat is zijn/haar geluk.
(foto Karin Fokken)